donderdag 3 oktober 2013

De wonderen zijn de wereld nog steeds niet uit

Twee jonge gladgeschoren heren in keurige pakken. Net iets te zwart. Van net iets te ouderwetse snit. Beide met een identieke flinterdunne aktetas onder de arm. Zeer gezamenlijk in hun hele voorkomen. Ik schat ze in als zendelingen van een duidelijk en blij geloof. Dat klopt. Omdat we met een project bezig zijn waarbij we gehuld in een witte jas mensen in een gele bus mogen lokken, ga ik op hen af. Als dat niet zo was geweest had ik hun blik ontweken of was ik met een flauw, niet te opvallend boogje om hen heen gelopen.
Bang om aangeklampt te worden en een wereld te moeten betreden die de mijne niet is.
Een wereld waarvan ik vermoed dat ze gespeend is van levende nieuwsgierigheid. En dat klopt niet. Van geen kant. Tanner en Garrett, zo heten ze, komen uit Amerika. Utah en Virginia waar ze bedrijfskunde en biochemie studeren. Ze zijn nu twee jaar op zending in Europa, waarvan een half jaar in Nederland. Tanner van de bedrijfskunde brandt meteen los: hij wil alle wereldtalen bestuderen, en de geschiedenis van alle landen leren kennen. Te horen aan zijn woordenschat en uitspraak na een half jaar Nederland gaat hem dat wel lukken. De leeswoede en interesse van zijn moeder en opa voedden hem en duwden hem als vanzelf in deze richting. Richting nieuwsgierigheid. Binnen de geschiedenis hebben oorlogen zijn specifieke belangstelling. ‘In een oorlogs komt het erop aan,’ zegt Tanner, ‘dan vallen maskers weg en zie je waartoe de mens in staat is, zowel in negatieve als in positieve zin.’ Thanatos en Eros.
Garrett staat er rustig luisterend bij. Intussen zie je zijn hersenen werken. Wat zal hij eens plukken uit de waaier van onderwerpen die zich daar aandient. Hij begint met iets  biochemisch waarbij ik al spoedig de draad kwijtraak. Dan komt hij me tegemoet. ‘Ja,’ zegt ie met een twinkeling in zijn ogen, ‘wetenschap en religie gaan niet samen is de gedachte. Maar ik denk dat dat misschien wel kan. Ik zou wel eens willen onderzoeken of bepaalde wonderen wetenschappelijk te verklaren zijn.’ Het klinkt niet eens naar vaste overtuiging, rotsvast geloof. Het klinkt vooral naar zoekende nieuwsgierigheid. In een controversiëel hoekje wetenschap, dat wel. Maar de heren hebben zich op deze milde septembermiddag moeiteloos door mijn vooroordelen heen gekletst. En omdat die hoofden zo fris uit die nette overhemden steken, betrap ik mezelf erop dat ik hoop dat ie dat gaat doen, met zijn soort instelling en bagage: van het gebaande pad van de wetenschap afwijken. Kijken waar hij dan terecht komt. En of we er nog eens wat van horen. Hoe een wonderbaarlijke genezing, het opstaan uit een vermeende dood, water slaan uit een rots, nou eigenlijk in zijn werk gaat. Vertaald in alle wereldtalen. Ondertekend door Tanner en Garrett uit Utah en Virginia.
Dat ik binnen twintig minuten tot deze wens kom is eigenlijk al een wonder op zich.

Alied van der Meer

Mede mogelijk gemaakt door:                  

1 opmerking: